Jezus Christus Redde Mij van 27 Jaar Homoseksualiteit

Mijn naam is David, ik ben 44 jaar oud, en dit is mijn getuigenis van hoe Jezus Christus mij heeft gered van 27 jaar leven in homoseksualiteit. Ik zeg deze dingen uit liefde, niet uit haat. Ik zeg deze dingen als iemand die het heeft meegemaakt, die weet hoe het is, die weet wat het is om daarin te leven, die weet hoe hopeloos het is. Natuurlijk kan je genieten van je leven, je kan genieten van bepaalde aspecten van je leven, je kan genieten van het seksuele aspect, de alcohol, wat heb je nog meer, maar daarin is zeker geen blijvende vreugde. Uiteindelijk gaat dat verloren, en dan moet je meer doen, meer zoeken. Dus ik vraag je om op zoek te gaan naar de echte liefde, de echte vreugde, de echte vervulling die alleen gevonden kan worden als het goed zit tussen God en jou, door Christus, door het werk van Christus aan het kruis.

Dus ik zeg deze dingen uit liefde, niet uit haat. Ik zeg ze niet als oordeel, ik veroordeel niemand, ik vertel alleen wat Gods Woord zegt. Het Woord van God zal over ons oordelen. In feite is het Gods Woord dat zegt dat al deze dingen verkeerd zijn, ik vertel mensen alleen wat Gods Woord zegt. Zoals iemand mij zou moeten hebben verteld. Mijn vriend probeerde het me te vertellen op de vriendelijkste manier, op een christelijke manier, dat ik een leven leefde dat tegengesteld was aan wat God wilde, niet alleen in mijn seksuele oriëntatie maar ook in elk ander aspect. Hij wist dat ik geen echte christen was.

Dus ik zeg deze dingen in liefde en ik bid voor jouw ziel, en ik bid dat je deze dingen zult ontvangen, en dat je de Heer zult smeken om je te redden, en om een nieuwe schepping van je te maken, want Hij is machtig om te redden en Hij zal je redden.

In mijn tienerjaren stopten we met naar de kerk gaan, mijn ouders kregen problemen, en gingen uiteindelijk scheiden. En wat later ging mijn moeder hertrouwen en daarna gingen we weer naar de kerk, en ik herinner me dat ik het fijn vond om weer naar de kerk te gaan, maar dat was erg oppervlakkig. Ik luisterde naar de liederen en werd emotioneel, en rond die tijd kwamen mijn vrienden naar voren en deden belijdenis van hun geloof. Dus op een zondag was ik bewogen door mijn gevoel en de muziek en wat mijn vrienden deden, en ik kwam naar voren en maakte een keuze voor Christus. Ik wist niet echt wat ik deed, ik begreep niet wat wat daar echt gebeurde. Ik wist alleen dat er iets mis was. Al mijn vrienden hadden het gedaan, dus ik voelde me gedwongen om dat ook te doen. Ik liep naar voren en ging zitten op de voorste kerkbank, en de diaken kwam naar mij toe en zei dat ik Jezus in mijn hart moest toelaten, en hij zei dat ik een gebed moest herhalen. En ik herhaalde het gebed, en ik weet nog dat ik dacht: “Is dat dat echt alles?” En het volgende wat ik weet, is dat hij me op de rug klopte en me voor de gemeente neerzette en vertelde dat ik gered was. Iedereen feliciteerde me op weg naar buiten, en we gingen allemaal weg om te lunchen, maar ik ging net zo verloren weg als ik binnen was gekomen. Twee weken later was ik nog net zo verloren, toen ik gedoopt werd, want ik had nooit echt begrepen wat ik deed, ik had nooit de leer van de genade begrepen.

Ik leefde een poosje als nep-christen, ik droeg een christelijk masker en deed alsof ik godsdienstig was. Ik was iets van 16 jaar, en toen groeiden de zondige verlangens al in mij. Ik weet nog dat ik in de kerk zat en zondige gedachten had over andere mensen daar, over andere jongens van mijn leeftijd, maar ik zei tegen mezelf: “O, die gaan wel weer weg, het gaat vanzelf over.” Maar het werd juist erger en erger. En het was in dat zelfde jaar, aan het eind van mijn 16de levensjaar, dat ik de eerste de beste mogelijkheid aangreep om met een man te slapen. Ik weet nog dat ik me er eerst erg voor schaamde en walgde van wat ik had gedaan, maar de zondige natuur in mij was ook bevredigd door het plezier van de zonde zelf. Naarmate de tijd verstreek voelde ik me er beter bij en ik begon te denken dat het natuurlijk was, dat het normaal was, en dat ik gewoon iets deed… Dat ik me schuldig voelde omdat ik te jong was voor wat ik deed, maar het was eigenlijk omdat ik iets tegen God deed, daarom voelde ik me schuldig.

Niet lang daarna kreeg ik een baan en begon ik in opstand te komen tegen mijn ouders, op zo’n beetje elke mogelijke manier. Ik nam mijn toevlucht tot drugs en alcohol, waaraan ik werd blootgesteld op mijn werk. Ik wilde zo veel mogelijk uitproberen als tiener, en zoveel mogelijk leven en tegen mijn ouders in gaan, zonder dat ze me uit huis zouden zetten. Uiteindelijk deden ze dat toch, we hadden een grote ruzie en het liep erop uit dat ik wegging. En ik probeerde mijn leven wat te beteren daarna, want het was moeilijk om alleen te wonen, dus ik probeerde mijn leven te beteren en ik dacht: “Ik ga bij de marine”, wat altijd al mijn droom was geweest, om bij de marine te zijn, ik wilde matroos worden.

Ik ging naar de rekruten training, en zodra ik weg was bij mijn ouders… Dat was olie op het vuur, mijn zonde kreeg alle ruimte. Ik had een inkomen, ik hoefde geen verantwoording af te leggen tegenover ouders, alleen tegenover ‘Uncle Sam’ (de VS). En in Californië werd ik blootgesteld aan allerlei zonden. Het duurde niet lang voor ik in de problemen kwam met mijn zonden. Al mijn zonden, het drinken, de drugs, de seks, brachten mij tot een staat waarin ik naar het ziekenhuis moest. In het ziekenhuis werd ik getest op verschillende dingen, waaronder drugs. En ze ontdekten zo ongeveer mijn hele geschiedenis van drugs misbruik tot dan toe en in die tijd werden ook mijn seksuele zonden bekend en dat was verboden bij de marine, om homoseksueel te zijn. In een paar maanden viel mijn droom om bij de marine te zijn in duigen. Ik wist toen niets anders te doen dan mijn homo-vrienden volgen, het waren Canadezen, ze leefden in de Verenigde Staten maar ze gingen terug naar Canada. Dus ik volgde hen en verliet mijn ouders, ik vertelde ze niet dat ik wegging, ik verdween gewoon.

Twee jaar lang woonde ik daar in Canada en ik liet helemaal niets aan mijn ouders weten. Voor zover zij wisten was ik ergens doodgegaan. Soms werd ik erg depressief en dacht ik: “Is er niets meer in het leven dan drinken, drugs en deze zonde?” Ik was op een feestje en iedereen was binnen aan het drinken en allerlei dingen aan het doen. Ik stond buiten op het balkon. Ik was zo moe van al dat vechten in mijn leven, zo moe van alles, en ik walgde zo van mezelf dat ik zelfmoord wilde plegen. Ik zei tegen mezelf: “Ik zou zo van het balkon kunnen springen.” En 22, 23 verdiepingen lager zou ik dood zijn en alles zou voorbij zijn. Dus ik besloot het te doen, en ik ging het echt doen, mijn hart was gewoon moe, moe van alles. Dus ik liep naar de reling om te gaan springen, en juist voordat ik mijn been over de reling zwaaide, kwamen er zomaar gedachten in mij op, en een van die gedachten was: “Er is altijd hoop in God.” En ik moest God vinden om die hoop te kunnen vinden. De volgende gedachte die mij echt raakte, was dat ik dit niet mocht doen omdat het verkeerd was, het was zonde om een leven te nemen, zelfs mijn eigen leven. De laatste gedachte die ik me kan herinneren was dat ik mijn ouders niet zo mocht onteren. Ik huilde nog wat en tenslotte liep ik weg van de reling, weg van het feestje en de meeste van die mensen heb ik nooit meer gezien. Maar ik bleef een leven leiden van alcohol en drank, ik had mijn leven niet echt gebeterd. Ik probeerde het wel, maar het lukte niet. Uiteindelijk verliet ik Canada en ging terug naar huis, ik werd betrapt op illegaal werken in Canada en teruggestuurd naar Texas. Ik weet nog dat toen ik terugkwam in Texas, alles goed begon, ik was blij om terug te zijn bij mijn familie enzo. Maar toen begon ik me schuldig tegenover hen te voelen over mijn levensstijl en mijn drinken en alle dingen die ik deed. Ik wilde zo graag weer bij hen weg. Dus mijn partner, die toen werd overgeplaatst, zei: “Ga mee naar Californië.” Ik greep mijn kans om te vluchten, om bij ze weg te rennen, en ik dacht dat ik me daardoor beter zou voelen. Nu kon ik leven zoals ik het zelf wilde. Dus we vertrokken naar Californië. In Californië ging het niet beter, ik was niet veranderd, ik was hetzelfde als ik altijd was geweest. Alleen met wat meer geld; ik had een fatsoenlijke baan. Ik deed allerlei dingen die ik nog nooit had gedaan, ik bleef achteruitgaan in mijn zonde en deed meer afschuwelijke dingen. Ik dacht: “Als ik alleen deze andere dingen kon uitproberen, zou ik gelukkig zijn.” Dat ik daarvan gelukkig zou worden, dat ik tevreden zou zijn, dat ik vrede zou krijgen. Ik had nooit vrede met wie ik echt was, er was altijd iets binnen in mij dat wist dat het niet goed zat, maar ik wilde er toch mee doorgaan, dat was wie ik was geworden. Ik bleef drugs gebruiken en drinken, en uiteindelijk werd ik erg ziek, ik had mezelf erg laten uitdrogen en ik moest de jaarswisseling in het ziekenhuis doorbrengen aan het infuus, om vocht toegediend te krijgen. Ik wist niet dat ik een longontsteking had en ik ging weg uit het ziekenhuis terwijl ik erg ziek was. Ik voelde me wat beter omdat ik niet meer uitgedroogd was, maar de longontsteking werd erger en ik moest weer naar het ziekenhuis. Mijn partner bracht me naar het ziekenhuis, en het volgende dat ik me herinner is dat de dokter de volgende dag naar mij toekwam en tegen me zei dat ik de ergste dubbele longontsteking had die ze ooit had gezien. En ik was weer ontzettend uitgedroogd, als ik op dat moment niet was opgenomen zou ik zijn gestorven. En ik weet nog dat ik God dankbaar was, maar ik dacht ook: “Ik ben zo jong en er zijn nog zoveel dingen die ik niet heb gedaan. Zo veel zonden waar ik nog niet van heb genoten.” Dus terwijl ik de daarop volgende dagen in het ziekenhuis lag om te herstellen, dankte ik God wel, maar niet echt serieus en oprecht. Ik was dankbaar dat ik nog een kans kreeg om uit te gaan en zonden tegen God te begaan, zonden tegen Christus. Dus terwijl ik daar in het ziekenhuis lag, maakte ik plannen voor wat ik als eerste zou doen, hoe ik mijn wellustige begeerten zou gaan vervullen. En dat deed ik, zodra ik ertoe in staat was. Ik ging weg en leefde voor lust. Ik leefde voor drinken, ik leefde voor drugs. Al snel was ik terug in die depressieve staat. Rond deze tijd ging ik naar een soort politieke actie, waar een christelijke vriend van mij bij was. Hij vroeg me of ik christen was, en ik zei: “Ja hoor, ik ben christen. Vanaf mijn 16de al.” En hij vroeg mij wat mijn bekeringsverhaal was, en ik denk dat ik letterlijk zei: “Wat is dat?” Ik had echt geen idee waar hij het over had. En hij zei: “Dat is het verhaal over hoe God jou heeft gered.” Dus ik vertelde aan hem hoe ik naar voren was gelopen in de kerk. Hij leek vrij onaangedaan, het leek er niet echt op dat hij het geloofde. Hij bleef meer vragen stellen, en toen hij merkte dat ik lichtelijk geïrriteerd begon te raken, trok hij zich terug, maar niet voordat hij me had verteld dat hij dacht dat ik geen echte christen was. Hij kende mijn levensstijl, hij wist dat ik homoseksueel was, en hij probeerde mij vriendelijk te laten zien dat ik niet zo kon leven en tegelijk een kind van God kon zijn. Ik begreep dat niet, mijn ogen waren verblind door de duivel. Ik leefde in ongerechtigheid en ik onderdrukte de waarheid, zoals staat geschreven (Rom 1:18). Ik begon te luisteren naar een radio programma van Todd Friel. En ik dacht terwijl ik hem hoorde praten… Hij zei iets over dat mensen die het niet eens waren met de Bijbel meestal een lage dunk van de Bijbel hadden. Dus dat zette me aan het denken. Ik had echt geen hoge dunk van de Bijbel, haalde die stukjes eruit die ik graag wilde geloven. Ik wilde geloven dat ik een kind van God was, maar ik leefde een levensstijl die tegengesteld was aan wat Hij vroeg. Ik brak zo ongeveer elk gebod: Ik had gestolen, ik had gelogen, ik loog zo’n 50 keer per dag en het zat me niet eens dwars. Ik gebruikte drugs, ik begeerde, ik pleegde overspel, ik deed al die dingen die tegengesteld waren aan wat een echte christen zou doen. Ik begon meer aandacht te besteden aan het programma en aan wat hij onderwees, en vergeleek wat ik geloofde met wat de Bijbel zei. Ik begon de Bijbel te lezen. En ik ontdekte dat niets van wat ik geloofde klopte met wat de Bijbel zei. Behalve dat Jezus Christus stierf aan het kruis. Dat was het enige dat klopte met wat ik geloofde. Ik besefte dat ik leefde voor een God die ik zelf bedacht had, een God die geen probleem had met mijn zonden. Zoals staat geschreven in 1 Korintiërs 6:9 en 10: Er zijn vele zonden. Ik heb het niet alleen over homoseksualiteit. Elke zonde zal ons scheiden van God. Elke zonde veroordeelt ons tot een eeuwigheid in de hel. Dat laat ons zien hoe heilig God is. Soms vinden we het moeilijk om te begrijpen hoe heilig God is. Dat kun je ook omkeren, kijk wat Gods woord zegt, maar bekijk het van de andere kant. Een eeuwigheid, een ziel moet een eeuwigheid boeten in de hel. Straf en foltering vereffenen de toorn van God, betalen de boete tegen een heilige God. Zo heilig is God. Hij is oneindig heilig. Meer dan wij ooit kunnen bevatten. Alleen de gerechtigheid van Christus kan ons redden van die verdoemenis, dat is onze redding. Het was rond die tijd dat mijn toenmalige partner, die wist dat ik beleed christen te zijn, en hij vond dat geen probleem, maar rond die tijd begon ik echt de Bijbel te lezen en daar was ik mee bezig, ik vergeleek mijzelf met wat de Bijbel zei. Toen begon hij zich bedreigd te voelen door dat alles. Hij vocht ertegen dat ik de Bijbel las en bestudeerde. Op een gegeven moment begon hij zelfs verbaal geweld te gebruiken en hij begon mij uit te schelden en zei dingen over christenen en zelfs over Christus. En ik weet nog dat toen hij iets zei over Christus, iets binnenin mij de pijn voelde van hoe verkeerd dat was. Ik wist dat hij de Heer lasterde die ons allemaal het leven had gegeven. Dus ik ging zitten, en ik schreef zijn woorden op. Ik had toen geen idee dat de Heer dat zou gaan gebruiken om mijn ogen te openen voor de waarheid van zijn Woord. Dus ik bleef zijn Woord bestuderen en ik bleef luisteren naar dat programma op de radio. Ik besefte dat ik echt voor mijzelf leefde, niet voor God. Ik was nooit echt christen geweest. Ik dacht tenminste van niet. Ik dacht dat ik misschien mijn leven opnieuw moest toewijden. Dus ik begon te bidden tot de Heer of hij genadig wilde zijn en mij de waarheid wilde laten zien, hoe ik voor Hem moest leven. Rond die tijd begon alles uit elkaar te vallen. Het enige lichtpuntje was, dat de Heer mijn verlangen naar de drank had weggehaald. Ik dronk niet meer zoals ik eerst deed. Hij nam mijn verlangen naar drugs weg. Ik gebruikte helemaal geen drugs meer. Ik rookte zelfs geen hasj meer, wat echt een overwinning was, en ik zie nu dat het Gods genade was die mij dat gaf en Hij maakte mijn geest nuchter, zodat ik ik zijn waarheid kon verwerken en geloven. Toen Hij mijn ogen voor zijn waarheid had geopend, begon ik dieper de Bijbel in te duiken, en ik werd me ervan bewust dat ik daar echt weg moest. Dat ik echt niet kon groeien in mijn geloof, mijn ontluikende geloof in Christus, als ik daar bleef in die omgeving. Dus ik verhuisde terug naar Texas, naar mijn zus en mijn moeder. Ik probeerde me te bekeren tot God, ik probeerde te smeken om genade en ik realiseerde me dat ik niet gered was, en ik smeekte Hem om mij te redden, maar ik wilde één zonde voor mijzelf houden, ik wilde mijn homoseksualiteit voor mijzelf houden. In mijn achterhoofd bleef ik denken: “Ik vind wel een manier om het te rechtvaardigen, Ik vind wel een manier om te zorgen dat het in orde is, Ik vind wel een manier om het stiekem te doen.” Op die manier zou de Heer mij natuurlijk nooit redden, en van september 2008 tot december 2008 was ik bezig om God te smeken om verlossing. Ik bad of Hij mij wilde redden, en Hij redde me niet. Ik heb hier een bijbeltekst die… Hij redde mij niet totdat ik me bekeerde van al mijn zonden. Ik ging naar de begrafenis van mijn neef in Amarillo, waar ik vandaan kom. Zijn vrouw was gestorven en ze wilde dat op haar begrafenis het evangelie werd gepredikt. De avond daarvoor had ik een preek van Paul Washer bekeken, de “Shocking Youth Message” en daarin zegt Paul Washer dat het probleem niet is dat we hebben gezondigd. Het is dat we nooit iets anders gedaan hebben dan zonde. En ik besefte dat dat waar was in mijn leven. Ik had nooit iets anders gedaan dan zonde. Ik was nooit echt bekeerd. Ik had nooit iets goeds gedaan. Misschien was ik soms aardig, maar ik had nooit iets anders gedaan dan zondigen tegen God. Mijn hele leven was een zonde tegen God geweest. En ik weet nog dat hij zei dat Jezus stierf voor mijn zonden en dat Hij mijn zonden droeg aan het kruis en ik weet nog hoe dat tot me door drong, dat het door mijn zonden kwam dat Jezus aan het kruis hing. Ik was verantwoordelijk voor zijn dood. Hij droeg mijn zonden. Davids zonden. Tegen die tijd begon ik een duidelijk beeld te krijgen van Christus. Wat het kruis was en wat Hij deed aan het kruis. Tot die tijd had ik nooit begrepen was echte bekering was, dat het een afkeren van je zonden was, dat het meer was dan ‘sorry zeggen’. Tot dan toe was alles wat ik deed sorry zeggen, en proberen op een bepaalde manier te leven. Maar nu besef ik dat ik geen hoop had. Er was geen hoop voor mij zonder Christus, ik was gedoemd om op die manier te blijven leven, ik was gedoemd om in zonde te leven en dan mijn loon te ontvangen, de hel, die ik verdiende. Dus ik smeekte God om mij te redden en ik ging naar de begrafenis van mijn nicht, en ik zat daar en haar laatste wens was dat, een ervan was dat het evangelie werd gepreekt. Dus ik zat daar op haar begrafenis en ik luisterde naar het evangelie en ik hoorde de glorie van het kruis en wat Christus deed. En het drong diep tot mij door: Nu, op dit moment, zou ik daar in die kist kunnen liggen en als ik het was, dan zou ik op dit moment naar de hel gaan. Ik zou gaan waar ik verdien heen te gaan, omdat ik nooit iets anders gedaan heb dan zonde. Dus ik smeekte de Heer om mij te vergeven, om me nog de tijd te geven om naar huis te gaan en me te bekeren op mijn gezicht, zoals Hij het verdiende. Later die avond, toen iedereen weg was en ik alleen op mijn kamer zat, knielde ik neer op de vloer en beleed elke zonde die in me opkwam. Ik beleed mijn homoseksualiteit, ik beleed al mijn zonden tegen God, alles wat er in mij opkwam, alles. En ik vroeg Hem om ze mij te vergeven en om mij te helpen. Ik vroeg of Hij mij mijn geheime zonden wilde vergeven, die op dat moment niet in me opkwamen, waarvan ik wist dat ze zonden tegen God waren, maar ik wist niet welke. Ik vroeg Hem om mij te vergeven hoe ik had geleefd, en dat ik in opstand was gekomen tegen Hem. Want ik had altijd al geweten dat er een God was en dat er een Christus was, maar ik had nooit begrepen wat het betekende om in Hem te zijn. Wat het betekende om verlost te zijn door Hem, wat het betekende om Hem lief te hebben, wat het betekende om Hem te dienen, wat het betekende om vergeven te zijn, wat het betekende om opnieuw geboren te zijn. Dus die avond bad ik en ik smeekte Hem: “Wees mij alstublieft genadig, vergeef mij, help mij.” Ik wist niet hoe Hij mij zou gaan helpen, ik dacht zelfs niet dat het echt mogelijk was. Eerlijk gezegd geloofde ik echt niet dat Hij mij kon helpen. Ik had nog nooit gehoord van iemand die was gered van homoseksualiteit. Ik had nog nooit van iemand gehoord die de hoop had ervan bevrijd te worden. Dus ik bad: “Heer, ik ga de sprong wagen in geloof in U. Geloof dat U mij op de een of andere manier zal redden dat U mij ervan zult weerhouden om te zondigen, dat U het mogelijk zal maken dat ik de verleidingen weersta, om alles te weerstaan wat zal komen.” Die avond ging ik naar bed terwijl ik niet wist of ik was gered of niet, maar toen ik de volgende morgen wakker werd voelde ik dat alles anders was. Ik voelde de schuld niet, de druk van schuld, de druk die als een dikke mantel op je ligt. De druk dat je echt een beslissing moet nemen, die allemaal… de voorafgaande drie maanden waren zo geweest, ze waren druk en schuld en veroordeling. Nu weet ik dat dat veroordeling was. Dus ik wist dat er iets was veranderd binnenin mij, maar een deel van mij geloofde nog steeds niet dat ik gered kon worden van homoseksualiteit. Ik twijfelde nog steeds aan de Heer. Maar toen vond ik een bijbeltekst waarin staat: “Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En U vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde.” Psalm 32:5 En ik weet nog dat ik dacht: Eindelijk, ik heb me echt bekeerd. Ik begreep wat bekering betekende, ik had niets voor Hem verborgen gehouden. Ook al was er natuurlijk niets voor Hem verborgen, ik probeerde het ook niet verborgen te houden, ik gooide het er allemaal uit en daarom voelde ik me anders die dag. Daarom voelde ik me de daaropvolgende dagen anders, omdat de veroordeling, de schuld weg was. Hij had het weggenomen omdat Hij mij had gered. En vanaf toen voelde ik elke dag, ik voelde echt het verlangen dat die dingen weg zouden vallen en nu verwonder ik me, bijna twee jaar later. Anderhalf jaar later denk ik: “Wauw! God is zo goed!” Daar was ik. Ik geloofde niet in Hem, nam een sprong in geloof en toch deed Hij wat Hij zei dat Hij zou doen. Hij zou mij nemen, deze verlangens wegnemen, Hij zou mij een nieuwe schepping maken zoals Hij zegt in zijn Woord. Hij heeft mij een nieuw hart gegeven met nieuwe verlangens en ik dank Hem en ik verheug me over wat Hij heeft gedaan voor mij en ik verwonder me over zijn goedheid en zijn genade voor mij, en zijn lankmoedigheid en geduld. Ik voel me genoodzaakt om deze bijbeltekst te delen. Ik heb het eerder gelezen. Natuurlijk heeft iedereen die homoseksueel is en preken geluisterd of Bijbel gelezen heeft dit vers al eerder ontdekt, maar er was een gedeelte wat ik niet eerder had opgemerkt. Het is 1 Korintiërs 6:9-10. Daar staat: “Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.” Dat gedeelte kende ik, maar vers 11 kende ik niet, ik had het nog nooit gelezen en toen ik het las, ik weet nog hoe heerlijk die waarheid was. “En sommigen van u zijn dat geweest, maar u bent schoongewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.” En ik besefte dat dat was gebeurd bij mij. Ik was eindelijk gerechtvaardigd door Christus en ik was een nieuwe schepping. Ik was voorbestemd om zijn dienaar te zijn, om God te dienen. Dus nu verheug ik mij dat Hij mij zo’n nieuw hart heeft gegeven, zo’n nieuw verlangen, het nieuwe verlangen om te gaan en Hem te dienen en te doen wat Hij wil en om voor Hem te leven. Soms word ik nog steeds verzocht, maar ik weet dat er niets mis is, het is geen zonde om verzocht te worden. Zelfs Christus werd verzocht. Dus ik weet dat ik op Christus kan zien in mijn tijden van verzoeking. Daar put ik troost uit. En ik wordt ook getroost door 1 Korintiërs 10:13, daar staat: “Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.” En ik heb gemerkt dat dat waar is, elke keer dat ik in de kracht van Christus rustte om de verzoeking te doorstaan, heeft Hij mij geholpen. Elke keer weer, welke zonde het ook was. Maar elke keer dat ik probeer om het in mijn eigen kracht te doen, val ik. Ik ben niet bang voor de toekomst, want ik weet dat het goed zit tussen mij en God door Jezus Christus, zijn Zoon Die heeft geleden en de toorn heeft gedragen, Gods toorn, voor mij aan het kruis. Ik weet dat Jezus Christus mij heeft gered van de macht van de zonde, en hij kan jou ook redden. En mijn hoop is dat iedereen die deze video ziet, zich af zal keren van die manier van leven, zich af zal keren van het leven in zonde, wat het ook is, en in het reine zal komen met Christus, in het reine zal komen met God. En het is alleen door Christus, door bekering van je zonden en je daarvan afkeren en al je geloof en hoop op Christus werpen. Zoals ik toen deed, toen ik de sprong waagde in geloof, de sprong naar Christus, en Hij ving mij op en ik weet nog dat ik dacht dat het onmogelijk was, maar Hij deed het. En ik sta hier vandaag als nieuwe schepping in Christus, en ik weet dat Hij alles heeft betaald voor mij aan het kruis en ik heb mijn hoop gevonden in Hem. Als je niet in Christus bent, heb je geen hoop, dan is er geen hoop voor jou. Dus ik bid of je alsjeblieft de waarheid wil overwegen die je hebt gehoord in deze video. Overweeg alsjeblieft om je leven aan Christus te geven. Geef je aan Hem over. Val neer bij het kruis en geef al je zonden over. Onderdruk de waarheid niet in ongerechtigheid, zoals in Romeinen 1 staat. We doen die dingen allemaal. Ik deed het jarenlang, ook al wist ik diep vanbinnen dat het verkeerd was. Nu ik terugkijk besef ik dat het verkeerd was, en dat was de walging die ik in het begin voelde. Dus ik bid dat dat zo mag zijn voor jou, dat je vergeven zal worden in Christus. Christus betaalde voor mijn zonden aan het kruis. De zonden uit mijn verleden, de zonden van nu en de zonden die ik zal begaan in de toekomst. Alleen Christus kan dat werk aan het kruis doen. We kunnen het niet zelf doen. Jij kan worden bevrijd van je zonden, jij kan echt gered worden, jij kan worden bevrijd van de slavernij van welke zonde dan ook die je naar beneden sleurt. Homoseksualiteit, drank, drugs, ontucht, pornografie, wat het ook is, Christus kan je bevrijden van al die dingen. Dat is wat Hij deed aan het kruis. Romeinen 4:25 zegt dat Hij om onze overtredingen is overgeleverd, en is opgewekt om onze rechtvaardiging. Zo worden wij gerechtvaardigd, door Christus’ werk aan het kruis. Wanneer de hemel op ons neerkijkt, wanneer God de schepper op ons neerkijkt, ziet Hij mij door Christus, door Christus’ bloed. Hij ziet Christus’ rechtvaardigheid toebedeeld aan mij. Het is niet iets wat ik doe of wat ik ga doen. Het is alleen Christus Die mij redt, het is alleen Christus Die mij hoop kan geven, het is aleen Christus Die echte vreugde en blijdschap in mijn leven kan brengen, en dan heb ik het niet over geld. Ik heb het over de echte blijdschap van binnen dat het goed is tussen jou en God, tussen jou en Christus, dat je een dienaar van Hem bent. Het is alleen door Christus dat ik die veroordeling en schuld weg voelde gaan. Zonder Christus is er geen hoop. Als je zonder Christus leeft en niet bent gered, krijg je te maken met Gods toorn, over welke zonde dan ook, homoseksualiteit, drank, alcohol, wat het ook is. Als je één keer zondigt, zoals wij allemaal hebben gedaan, ben je schuldig aan het breken van al Gods wetten. Dus de enige hoop die je hebt is in Christus’ verlossende werk aan het kruis. Dus ik vraag je om alsjeblieft Christus aan te roepen, God aan te roepen. Smeek Hem om je ogen te openen voor de waarheid, die in Hem wordt gevonden, voor zijn waarheid in zijn Woord. Het is alleen door Hem. De god van deze wereld, Satan, heeft je verblind voor de waarheid, en alleen doordat God je roept, doordat God je oogkleppen weghaalt, kun je de waarheid zien die wordt gevonden in zijn Woord. De waarheid die wordt gevonden in Christus, in het kruis. En als je daar echt naar zoekt, roep het dan uit tot God. Hij is machtig om te redden en Hij zal je vandaag nog redden. Jezus zegt dat we opnieuw geboren moeten worden om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Als we niet opnieuw geboren zijn, zullen we het nooit halen, zullen we Hem nooit zien, zullen we nooit vrijkomen uit de slavernij van de zonde. Het is alleen door Christus. Alleen door die wedergeboorte, dat opnieuw geboren worden, kunnen we gered worden. Ik wil je een citaat voorlezen van John Newton: “Ik ben niet wat ik zou moeten zijn. Ik ben niet wat ik zou willen zijn. Ik ben niet wat ik hoop te zijn in een andere wereld. Maar toch ben ik niet meer wat ik ooit was, en door Gods genade ben ik wat ik ben.” En wat ik ben is een onwaardige zondaar, gered van Gods toorn door Jezus Christus aan het kruis. En ik dank Hem elke dag dat Hij geduld had met mij toen ik van Hem weg rende. En ik dank Hem elke dag dat Hij mij riep, zelfs toen ik niet luisterde. Zelfs terwijl ik wegrende, riep Hij mij en ik dank Hem voor mijn verlossing en ik dank Hem voor Christus en wat Hij deed aan het kruis. En ik bid dat jullie die luisteren, en worstelen met welke zonde dan ook die je van God afhoudt, op een dag God zullen smeken om bekering. Om bekering en vergeving. En dat je je echt zal bekeren tot Christus. Als je niet gered bent, moet je je leven onderzoeken en tot het inzicht komen dat je Christus nodig hebt, en dat je nooit gelukkig zal zijn zonder Hem.